Huishoudelijk reglement

Wielerschool Pajottenland

1. Missie

Art.1.
De Wielerschool Pajottenland streeft ernaar, via een samenspel van ontspanning en inspanning, doorzetting en uitdaging, enthousiasme en teamspirit, al haar renners, binnen hun persoonlijke mogelijkheden, de knepen van de wielersport bij te brengen en een passie voor de wielersport bij te brengen. Het legt daarbij haar focus vooral op het mountainbiken, maar hoopt in de toekomst dit ook te kunnen verbreden naar de andere wielerdisciplines. Onze ervaren begeleiders staan te springen om alle jongens en meisjes, van 5 tot 16 jaar, van het Pajottenland, te laten kennismaken met deze prachtige sport en zo het mountainbiken in het Pajottenland op de kaart te zetten.

Door de ontwikkeling van zowel het technische, conditionele vermogen als het verenigingsgevoel willen we bewerkstelligen dat de Wielerschool Pajottenland een school is om trots op te zijn.

2. Visie

Art. 2.
We zijn er van overtuigd dat onze school haar doelstelling slechts kan bereiken door iedereen zo veel mogelijk te betrekken in de ontwikkeling van de school. De kwaliteit van onze school moet steeds blijven groeien dus is het heel belangrijk dat we blijven investeren in de ontwikkeling van onze trainers. Doorheen onze lessen is het bovendien van belang een cultuur te ontwikkelen die gebaseerd is op Fair Play, verdraagzaamheid en kameraadschap.

Onze uitgebreide visie kan je terugvinden op deze website.

3. Algemeen

Art. 3.
Het lidgeld dient onmiddellijk betaald te worden bij de inschrijving. De inschrijving is pas voltooid wanneer deze betaling is uitgevoerd.

Art. 4.
Iedereen heeft recht op twee gratis proeflessen, op basis hiervan kan men beslissen of men zich al dan niet wil inschrijven. Inschrijven voor deze proeflessen kan via de website en is verplicht.

Art. 5.
Men is verplicht een vergunning aan te vragen bij Cycling Vlaanderen. Dit is een wedstrijdvergunning wanneer het kind competitiewedstrijden wil rijden. Anders is dit een recreantenvergunning. De vergunning verzekert de renner bij ongevallen. Regelmatig zullen er controles zijn op het bezit van een vergunning. Deze vergunning kan worden aangevraagd via de site van Cycling Vlaanderen. Na ontvangst van deze vergunning wordt er een kopie of een bewijs hiervan doorgestuurd naar info@wielerschoolpajottenland.be Alle partijen dienen dan ook de reglementen van Cycling Vlaanderen te respecteren.

Art. 6.
Omwille van bepaalde redenen kan het zijn dat er een training wordt afgelast. Dit wordt ten laatste de dag voor de training voor 18u00 gecommuniceerd, dit via de bestaande communicatiekanalen. De ouders en/of de renners controleren de website, hun mail, de Facebookpagina, de Whatsapp groep de avond voor de training of de ochtend van de training om te kijken of er geen wijzigingen in het programma werden aangebracht.

Art. 7.
De renners, ouders en trainers stemmen er mee in dat foto’s genomen tijdens trainingen, activiteiten, evenementen,... georganiseerd door de Wielerschool Pajottenland gebruikt worden op de Facebookpagina, op de website, op Twitter, op Instagram,op flyers, op affiches, op ander promotiemateriaal,...

Art. 8.
De renners mogen de training niet vroeger dan het einduur van de training. Het kan dus ook niet dat de renner rechtstreeks naar huis fietst vooraleer de training is afgelopen. Wanneer de renner zelfstandig naar huis moet fietsen zullen ze dus eerst langs de Koornmolen moeten passeren. Hierop kan om een grondige reden een uitzondering worden gemaakt, maar de ouders moeten hiervoor dan wel schriftelijk toestemming geven.

4. De renner

Art. 9.
De renners komen op tijd op training, dit wil zeggen dat ze minstens tien minuten op voorhand aanwezig zijn zodat de training tijdig kan starten. Kom de renners toch te laat, dan verontschuldigt hij/zij zich bij de trainers.

Art. 10.
Kan een renner door omstandigheden niet komen trainen verwittigt hij/zij zelf of de ouders steeds de verantwoordelijke trainer van het niveau waar je kind zich in bevindt. Deze informatie kunnen jullie vinden op onze website: www.wielerschoolpajottenland.be.

Art. 11.
De renners zijn zeer voorzichtig wanneer ze de openbare weg op gaan. Ze doen exact wat de trainers of begeleiders hen zegt. Op de openbare weg worden zeker geen wedstrijden gereden.

Art. 12.
Wanneer de renner komt trainen toont hij/zij inzet. Hij/zij doet gemotiveerd mee aan alle oefeningen en geeft zich steeds voor de volle 100 %.

Art. 13.
De renner gedraagt zich goed op training en luistert naar de trainers en begeleiders. De Wielerschool Pajottenland is nog steeds een sportclub en geen kinderopvang. Bij slecht gedrag zal er eerst een waarschuwing meegegeven worden aan de renner, bij herhalend slecht gedrag zullen vervolgens de ouders worden ingelicht. Tot slot kan de deelname van de renner aan een of meerdere trainingen geweigerd worden. Dit gebeurt in overleg met de renner, de ouders, de trainer en de coördinator.

Art. 14.
De renner komt steeds met een fiets die perfect technisch in orde is naar de training. Indien er voor de training wordt vastgesteld dat de fiets van een bepaalde renner niet veilig is zal de deelname aan deze training geweigerd worden. Er zullen regelmatig controles plaatsvinden op de veiligheid van de fiets.

Art. 15.
De renner brengt steeds een reserve binnenband (bij voorkeur met dun ventiel) mee en heeft deze tijdens de training ook bij zich.

Art. 16.
De renner is zelf verantwoordelijk voor eten, drinken en aangepaste/reservekledij tijdens de training.

Art. 17.
Een helm is verplicht! Zonder helm wordt de deelname aan de training geweigerd.

Art. 18.
De renners moedigen de renners aan die het moeilijk hebben. Ze geven zeker geen negatieve kritiek op de mederenners.

Art. 19.
De renners hebben respect voor de omgeving en de natuur. Afval en restjes worden bijgehouden en worden niet in de vrije natuur gegooid.

Art. 20.
De renner neemt geen dingen van een ander, dit is diefstal.

Art. 21.
De renner toont respect voor zijn/haar mederenners, trainers, begeleiders en iedereen omheen de school. Pesten, racisme, discriminatie, agressie in woorden of daden, intimidatie en fysiek geweld worden niet geduld en zullen bestraft worden.

Art. 22.
De renner heeft ook respect voor zijn eigen materiaal evenals dat van anderen, maar ook voor de aanwezige infrastructuur.

Art. 23.
De renner focust zich op zijn/haar mogelijkheden, niet op zijn/haar tekortkomingen.

Art. 24.
Wanneer de renner zich niet goed voelt durft hij de trainer/coördinator aanspreken wanneer er iets schort of wanneer hij/zij niet goed in je vel zit.

Art. 25.
De renner vormt met zijn mederenners een hecht team, dit zowel voor, tijdens als na de training.

Art. 26.
Blessures worden meteen gemeld aan de trainer. De renner probeert zo duidelijk mogelijk te beschrijven wat hij/zij voelt. De renners verzorgt zijn/haar de blessure goed, want ook een blessure vergt hard werken, discipline en geduld. De renner volgt de adviezen van de arts of trainer goed op.

Art. 27.
Deelname aan wedstrijden gebeurt op eigen initiatief.

Art. 28.
De renner houdt er rekening mee dat bepaalde medicatie als doping wordt gezien. De renner of de ouders vragen dus steeds voldoende informatie aan de arts of apotheek. Renners die betrapt worden op het gebruiken, verhandelen of in het bezit zijn van verboden middelen (zonder geldige reden) die voorkomen op de lijst van het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) zullen onmiddellijk uitgesloten worden.

5. De trainer

Art. 29.
De trainer waarborgt steeds de veiligheid van de renners. Hij/zij gaat enkel de openbare weg op met de renners wanneer er voldoende begeleiders zijn, zo niet geeft hij de training aan de Koornmolen. De trainer vermijd op eender welk moment tijdens de training dat zijn/haar renners in een gevaarlijke situatie terecht komen.

Art. 30.
De trainer komt op tijd op training, dit wil zeggen dat hij/zij minstens tien minuten op voorhand aanwezig is zodat de training tijdig kan starten. Komt hij/zij toch te laat, dan verontschuldigt hij/zij zich bij de andere trainers.

Art. 31.
De trainer geeft trainingen die aangepast zijn aan de leeftijd en de individuele mogelijkheden van de renners.

Art. 32
De trainer is redelijk in zijn/haar sportieve eisen en behandelt elke renner gelijkwaardig. De trainer toont belangstelling voor al zijn/haar renners en betrekt iedereen maximaal bij de training.

Art. 33.
De trainer bewaakt de fysieke en psychische integriteit van elke renner.

Art. 34.
De trainer leert de renners sportief te zijn. Hij/zij leert hen niet enkel om te winnen, maar leert hen ook een waardig verliezer te zijn.

Art. 35.
De trainer legt de focus niet enkel op competitie, maar ook op recreatie.

Art. 36.
De trainer keurt verbaal en fysiek geweld af. Hij/zij is een voorbeeld van Fair Play en sportiviteit.

Art. 37.
De trainer is betrokken en op de hoogte van wat er ‘leeft’ in zijn/haar groep.

Art. 38.
De trainer toont bereidheid tot samenwerking en communicatie met ouders, andere trainers en de coördinator.

Art. 39.
Sporten moet in de eerste plaats plezierig zijn. De trainer zorgt dus voor voldoende spelelementen in zijn/haar training.

Art. 40.
De trainer behandelt zijn/haar renners zoals hij/zij zelf behandeld zou willen worden.

Art. 41.
De trainer communiceert positief, ook non-verbaal! Hij/zij schreeuwt niet en maakt de renners nooit belachelijk als zij fouten maken.

Art. 42.
De trainer tracht de renners zoveel mogelijk te benaderen via positieve feedback.

Art. 43.
De trainer is redelijk in zijn/haar eisen tegenover zichzelf en de renner, m.b.t. de tijd, de energie en het enthousiasme van jeugdige renners. Hij/zij bedenkt dat jongeren ook andere interesses hebben.

Art. 44.
De trainer leert zijn/haar renners dat de regels voor iedereen gelden.

Art. 45.
Kinderen hebben een trainer nodig die zij respecteren. De trainer is gul met lof wanneer het verdiend is.

Art. 46.
Elk kind heeft mogelijkheden en kwaliteiten, de trainer moet deze willen zien. De trainer maakt de renner bewust maken van zijn/haar kwaliteiten.

Art. 47.
De trainer geeft vertrouwen aan zijn/haar renners, want dit is een hulpmiddel voor een positief sportresultaat.

Art. 48.
De trainer laat de renner geen dingen doen waar hij/zij zich niet goed bij voelt.

Art. 49.
De trainer zorgt bij jongeren voor een goede mix tussen sporttechnische oefeningen en spelvormen.

Art. 50.
Naast sporten hebben kinderen nog een andere belangrijke activiteit: de “echte” school. Zijn er examens? Dan houdt de trainer hier rekening mee.

Art. 51.
De trainer gebruikt in geen enkele situatie fysiek geweld.                           

6. De begeleider

Art. 52.
De begeleider luistert steeds naar de trainer, want het is de trainer die verantwoordelijk is over de begeleider. Hij kan de trainer wel aanspreken indien hij ergens niet akkoord mee gaat.

Art. 53.
De begeleiders mogen ingrijpen wanneer bepaalde renners zich slecht gedragen of niet doen wat ze moeten doen. Ze doen dit door hen een opmerking te geven en dit vervolgens aan de trainer te melden.

Art. 54.
De begeleider gebruikt in geen enkele situatie fysiek geweld.

Art. 55.
Wanneer de begeleider een ouder is, gedraagt hij/zij zich tijdens de training niet als trainer of ouder, maar wel als begeleider.

Art. 56.
De begeleider staat samen met de trainer in voor de veiligheid van de renners.

7. De coördinator

Art. 57.
De coördinator geeft leden en trainers inspraak in het beleid van de club, luistert naar iedereen: sporters, ouders, trainers, begeleiders,...

Art.58.
De coördinator bewaakt de kwaliteit van de sportwerking in de club: hij/zij zoekt gekwalificeerde en ervaren lesgevers. Zij zullen de kwaliteit van training en alles daarrond garanderen.

Art. 59.
De coördinator zorgt ervoor dat er gelijke mogelijkheden tot deelname in de sport bestaan voor alle sporters ongeacht hun vaardigheid, geslacht, leeftijd of handicap.

Art. 60.
De coördinator zorg ervoor dat elk individu zich goed voelt binnen de club.

Art. 61.
De coördinator is luisterbereid en anticipeert op mogelijke problemen.

Art. 62.
De coördinator stelt duidelijke regels en voorwaarden op voor de club.

Art. 63.
De coördinator stimuleert Fair Play binnen de club en is zelf fair.

Art. 64.
De coördinator past de visie van de club aan, aan haar renners. De renners staan centraal.

Art. 65.
De coördinator heeft het laatste woord bij elke beslissing en is hier ook verantwoordelijk voor.

8. De ouders

Art. 66.
De ouders zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie: ze zorgen zorg ervoor dat hun gedrag sportief is. De ouders moedigen hun kind aan de regels te volgen en respectvol te zijn.

Art. 67.
De ouders veroordelen elk gebruik van geweld.

Art. 68.
De ouders zijn gul met lof voor inzet en prestaties, maar leggen dan ook weer niet te veel de nadruk op prestaties. Op deze leeftijd is plezier nog steeds veel belangrijker.

Art. 69.
De ouders geven steeds positieve kritiek, ze breken renners nooit af wanneer het eens wat minder loopt.

Art. 70.
De ouders focussen op de mogelijkheden van de renners en schenken niet te veel aandacht aan hun tekortkomingen.

Art. 71.
De ouders zijn supporter/ouder, geen trainer.

Art. 72.
De ouders laten hun mening horen op een constructieve manier.

Art. 73.
Kinderen sporten voor hun plezier, niet voor dat van de ouders.

Art. 74.
Een gesprek werkt, een verwijt niet. De ouders respecteren de bestaande communicatiekanalen.

Art. 75.
De ouders zijn bereid de club te helpen wanneer hen gevraagd worden om tijdens organisaties en nevenactiviteiten van de club wat bij te springen.

Art. 76.
De ouders helpen er mee voor te zorgen dat hun kind op tijd op training aanwezig is.

Art. 77.
De ouders accepteren de beslissingen van de trainers en de coördinator. Wanneer een ouder hier niet akkoord mee gaat, spreekt hij/zij de trainer/coördinator aan onder vier ogen en kiest hiervoor een geschikt moment.

Art. 78.
De ouders maken ook (beleefd) duidelijk wanneer de trainer iets zegt of doet waarbij ze zich onprettig voelen.

Art. 79.
De ouders spreken hun kind aan als het onrespectvol omgaat met het materiaal, teamgenoten of anderen.

Art. 80.
De ouders zorgen ervoor dat hun kind voldoende rust en een goede voeding krijgt, dit zijn namelijk de basisvoorwaarden om te groeien, zowel fysiek als psychisch. De ouders proberen zelf een voorbeeld te zijn.

Art. 81.
De ouders laten hun kind ontwikkelen volgens de sportieve fasen die eigen zijn aan de leeftijd. Praat hier eventueel over met de coördinator, hij is de expert.

Art. 82.
Als ouder mee op training? Raadpleeg eerst de coördinator of iemand anders die hier verantwoordelijk voor is.

9. Sancties bij schenden van het huishoudelijk reglement

Art. 83.
Bij het schenden van het huishoudelijk reglement treedt in eerste instantie de coördinator of de trainer op en komt men tot een gepaste sanctie. Deze sanctie zal variëren volgens de aard van de schending.

Art. 84.
Bij ernstige feiten, of herhaaldelijke schending van het huishoudelijk reglement, kunnen personen verwijderd worden uit de club.

Art. 85.
Het uitgesloten lid kan op geen enkele manier kosten veroorzaakt door deze uitsluiting op de school verhalen.

Art. 86.
Bij herhaaldelijk wangedrag van de renner of meer dan één keer een inbreuk te hebben gedaan op het huishoudelijk reglement dient Wielerschool Pajottenland de zaak aanhangig te maken bij de bevoegde instanties van Cycling Vlaanderen (bondsparket) te Brussel. Doch enkel na de renner aangetekend in gebreke gesteld te hebben en de renner voorafgaandelijk door het bestuur gehoord te hebben.